Tegenstellingen zijn waardevol

Mensen bestaan uit tegenstellingen. We zijn lief, aardig, toegankelijk, slim, sociaal ontzéttend leuk en creatief. Zeker op social media. Maar we hebben ook een andere kant: lui, moe, chagrijnig, asociaal, onhygiënisch, lomp. Maar dat mag toch wel een keertje? Even mens zijn.. Ja, mensen bestaan uit tegenstellingen. We zijn allemaal wel eens verdrietig. We maken fouten en lossen ze weer op. Wat we daaruit leren is waardevol. Levenservaring. Je neemt het met je mee.

Sommige dingen nemen we mee van generatie op generatie. Indringende dingen. Betekenisvolle dingen. Goede én slechte dingen. Zoals aandacht voor de Holocaust. Als het aan Ido Abram (2010)* ligt, zijn er enkele belangrijke redenen te noemen die opvoeders en docenten én leerlingen en andere jongeren beweegt of zou moeten bewegen zich indringend met de Holocaust bezig te houden. Dat vraagt om wat uitleg. Hij zegt dat mensen zichzelf moeten leren kennen. Dat we weten hoe slecht ‘slecht’ kan zijn, maar ook hoe mensen boven zichzelf uit kunnen stijgen als helper of door mensen te steunen. Ook moeten we (vooral jongeren) gewaarschuwd blijven voor vergelijkbare zaken. En we moeten het blijven erkennen. We mogen het niet vergeten.

Wat leren we dan?

We bevorderen empathie. We kunnen ons inleven in andere mensen. We voelen mee wanneer we blij, boos, verdrietig of bang zijn. We verbinden ons met anderen. Hebben echt contact. We vertrouwen elkaar. We zijn veilig, geborgen en open.

We bevorderen autonomie. We kunnen zelf(standig) nadenken, zelf beschikken en knopen doorhakken. We doen niet klakkeloos mee.

We bevorderen inlevingsvermogen met de gruwelijkheid van Auschwitz. Je laat toe wat er toen is gebeurd. Je duwt het niet van je af, maar accepteert dat het is gebeurd en dat de mensheid ertoe in staat is.

We bevorderen empathie met mensen in een specifieke rol:

Daders: Mensen die iets slechts of onwenselijks gedaan hebben. Mensen die pijn hebben gedaan. In die mensen leven we ons ook in. Want van binnen zijn we allemaal mensen. We hebben behoeftes zoals warmte, veiligheid, geborgenheid. Met empathie, warmte en autonomie worden daders weer mensen.

Slachtoffers: Mensen die iets aan is gedaan. Die de pijn hebben gevoeld en die warmte, veiligheid en geborgenheid heel erg nodig hebben.

Omstanders: Mensen die toekijken, en meer niet. Wat zien ze? Wat voelen ze? Hadden ze willen helpen maar kon het niet of durfden ze niet of wilden ze niet? Welk verhaal vertellen ze later aan hun omgeving en volgende generatie(s)? Ook voor omstanders mag er empathie, warmte en autonomie zijn.

We verwerven inzicht in de manier waarop mensen in staat zijn om over te gaan tot agressie en vernietiging. We verwerven inzicht in de structuur van (planmatige) vernietiging, zoals in Auschwitz is gebeurd. Want dat willen we niet meer.

De kern hiervan is dat we warmte, empathie en autonomie bevorderen.

Lees de hele tekst van Ido Abram (2010)* hier.

Waarom aandacht hiervoor?

Omdat het op 8 december de Internationale Dag voor herdenking en waardering voor slachtoffers van genocide is. Elk jaar staan we er weer even bij stil. Maar ik vind het daarnaast belangrijk om stil te staan bij de kanten die we allemaal hebben: mooie kanten en lelijke kanten. We hebben zelf de keuze wat we daarmee doen. Hoe slecht kunnen we ons voelen als er afwezigheid is van warmte, empathie en autonomie? Als we niet het gevoel hebben dat we er niet mogen zijn, en niet erkend en gewaardeerd worden. Of als er haat is: een gevoel dat je hebt bij iemand, en dat energie kost.

En hoe sterk kunnen we ons voelen als er wel warmte, empathie en autonomie is. Als je zelf kan kiezen en beslissen, kan waarderen en gewaardeerd wordt. De mensen om je heen geven energie, en jij geeft energie terug. Dat geef ik graag door aan leerlingen.

*Bron: Abram, I. (oktober 2010). Opvoeding na Auschwitz, ook voor jonge kinderen!. Verkregen van: https://docplayer.nl/14522359-Opvoeding-na-auschwitz-ook-voor-jonge-kinderen.html